vrijdag 25 januari 2008

WEDSTRIJD

Hij is fit en zij niet meer. Terwijl hij in zijn tuin werkt, observeert zij de mensen op straat. Ze zijn Thais (dus geen inwoner van het mon-dorp), maar maken ‘lekkere’ Burmese koffie. Fier showt hij iedere keer zijn Chinese thee die we ‘for free’ krijgen.

Alle gekheid op een stokje. Zij is enkele vijzen verloren. Hij schroeft ze nogthans graag aan want hij is een handige Harry. Zij houdt de mon-traditie in eer en verkoopt enkel mon-food in haar restaurant.
Zij maakt zich graag op. Hij is zelden te zien. Beiden hebben geen verstand van computers. Wensen we iets wat niet in hun shop ligt, dan rijden ze er special om voor ons.

We hebben nog Thaise ‘vrienden’ in het mondorp. Hij is politieagent. Zij is een opdringerige verkoopster. Hun jongste zoon is stront-verwend, maar hun dochter is een trouwe, goede student van ons.

Hij draagt altijd een pacoma! Zij staat meestal in de keuken om te koken voor ons en de kleinkinderen. Samen zijn ze al 40 jaar politiek vluchteling. Het is er altijd heel gezellig.

Hij speelt graag onze plaatselijke gids. Hij wil dolgraag vanalles vertellen, maar spreekt geen letter Engels. We moeten van hem Thailand leren. Zij opent haar winkel waar en wanneer ze zin heeft.

Zij zijn met 2 maar gelijken op 1. Ze zijn goede verkoopsters en nemen graag onze westerse verkooptrucs over. Ze slagen erin om vanalles verteld te krijgen zonder dat we dezelfde vocabulair gebruiken.

Zij is een sprekende waterval. Hij loopt steeds met zijn buik bloot. Zij zorgt ervoor dat nieuwtjes in het dorp verspreid worden. Ze leert graag een woordje Engels, maar durft het vreemd genoeg nog niet spreken tegen de toeristen. Samen beschikken ze over een serieuze portie humor.

Geen opmerkingen: